Zweedse kaneel (bullar) broodjes

Zet in 5 stappen deze heerlijke Zweedse kaneel (bullar) broodjes op tafel.

1. Laat de boter smelten in een pan.
2. Voeg de melk toe en neem de pan van het vuur. Voel of het mengsel lauwwarm is en voeg dan de gist toe. Voeg de gist niet toe aan te hete melk, anders slaat de gist dood en rijst het deeg niet meer.
3. Doe in een grote kom de gezeefde bloem, suiker, zout en kardemompoeder. Giet het melk-gistmengsel erbij en kneed het deeg. Het deeg moet na verloop van tijd een samenhangende bal zijn die niet meer aan je handen kleeft. Voeg anders wat bloem toe, totdat het niet meer plakt. Kneed ongeveer tien minuten en leg de deegbal in een schone, warme kom (in heet water leggen en vlak voor het afdrogen). Dek af met een schone theedoek en zet op een warme plek, bijvoorbeeld op de vensterbank. Zorg dat het deeg tochtvrij kan rijzen en laat het een uur rijzen.
4. Verdeel het deeg in twee porties. Rol de eerste portie met een deegroller uit op een met bloem bestoven aanrecht tot een lap van ongeveer 30 hoog bij 40 breed. Besmeer deze lap met zachte roomboter. Vermeng de basterdsuiker met de kaneel en strooi de helft van het suikermengsel over de deegplek en verdeel het goed. Rol nu de plak stevig op vanaf de onderkant. Snij de rol met een kartelmes in plakken van ongeveer drie centimeter dik en leg elk plakje in een cakvormpje. Herhaal dit met de tweede portie deeg. Zet de vormpjes op een grote bakplaat, dek af met de theedoek en laat nog een half uur rijzen op een warme plek.
5. Verwarm de oven voor op 200 graden. Bestrijk de broodjes met losgeklopt ei en bestrooi eventueel met kandijsuikerkorreltjes. Zet de broodjes in het midden van de oven en bak ze in 10 à 15 minuten goudbruin. Let op, ze verkleuren snel!